6. Handel

VRAAG 6: HANDEL: Kleinhandel en horeca overleven moeilijk in het Wilsele-Dorp. Deels is dit te wijten aan de ligging vlakbij centrum Leuven. Nochtans zijn dit noodzakelijke basisvoorzieningen. Vindt u dat kleinhandel en horeca moeten gestimuleerd worden en hoe wil u dit aanpakken?

PVDA: Het is belangrijk dat mensen in hun buurt naar de bakker kunnen gaan en niet bijvoorbeeld met de auto naar Leuven rijden met een brood. Dat is nefast voor ons klimaat en zorgt voor mobiliteitsproblemen. Basisvoorzieningen moeten dus aanwezig kunnen zijn in elke wijk. Daarom staan wij voor het principe van inclusieve wijken, met basisvoorzieningen in de buurt. Als je dat als stad creëert, begint je gemeentelijke centrum meteen meer te bruisen en is het voor een bakker vanzelfsprekend daar aanwezig te zijn. Daarnaast vinden we dat kleine zelfstandigen zoals bakkers moeten worden ondersteund tegenover de grote bedrijven zoals supermarkten. De stad kan via het criterium “oppervlakte” een belasting op bedrijven of ondernemers heffen en ook via de drijfkracht of belasting op motoren. Wij vinden dat Leuven beide zou moeten benutten voor de grote bedrijven. Kleine ondernemingen kunnen worden vrijgesteld van die belasting.

GROEN: Dit is geen eenvoudig vraagstuk. Dat heeft te maken met hoe de economie zich ontwikkelt (onder meer belang van internetwinkelen), het mobiliteitspatroon van velen, en ook de eigen structuur van Wilsele-Dorp (zoals ook uitvoerig beschreven in het Ruimtelijk Structuurplan). Als Groen zijn we alleszins voorstander van een ruime ondersteuning van lokale winkels, dus zeker ook in de verschillende deelgemeentes (zie onder meer onze voorstellen voor lokaal ondernemen). We denken onder meer aan premies voor buurtwinkels. Het is verder nuttig om te zoeken naar creatieve formules van kernversterking, onder meer via het DORV-concept, waarbij verschillende functies (winkel, gemeenschapsvoorziening, zorg, …) kunnen gecombineerd worden. In die denkpiste zijn er ook mogelijkheden voor medebeheer door burgers zelf (zie het idee van ‘bewonersbedrijven’ in Nederland). Gezien het feit dat Wilsele-Dorp ruimtelijk enigszins geïsoleerd ligt en functioneel sterk verbonden is met de binnenstad, zal het niet simpel zijn om eenvoudige antwoorden te vinden op de terechte vraag naar gemeenschapsvoorzieningen, zoals ook het Structuurplan beschrijft. Als burgers mee verantwoordelijkheid nemen is er misschien veel mogelijk.

SP.A: Kleinhandel bindt de buurt. We zijn zeker voorstander om via vergunningsbeleid, begeleiding en bestemmingsbeleid (oa Van Eyck) bij te dragen aan meer kleinhandel in Dorp. Uit ons programma: Volgens de stadsmonitor is er geen enkele stad in Vlaanderen waar zoveel zelfstandigen een zaak opstarten als in Leuven. Bovendien ligt de overlevingsgraad hier hoger dan in andere steden. We willen dat deze ondernemingen ook hun plaats blijven vinden in Leuven, ook als ze groeien en meer plaats nodig hebben. Het zijn vaak de kleine ondernemingen die een buffer vormen tegen werkloosheid, die een stad levendig houden, innovatie realiseren, vooruitgang en groei uitstralen. We gaan actief op zoek naar ruimte voor startende en groeiende ondernemers, bij voorkeur in het centrum, en voor meer groei kijken we ook naar onze regio. We richten het LEON-loket op voor Leuvense Ondernemers in de Diestsestraat. Dat wordt een laagdrempelige dienst, los van het stadskantoor, waar een ondernemer terecht kan met alle mogelijke vragen. In ons streven naar een grotere integratie van werken in de Leuven richten we een immo- dienst op voor ondernemingen, waarbij een inventaris wordt gemaakt en ter beschikking gesteld van alle beschikbare panden voor gebruik als werkruimte. We zijn voor een sterke integratie van handel en kantoren in het kernwinkelgebied. We onderzoeken de mogelijkheden om dit te promoten, zoals we dat gedaan hebben voor het wonen boven winkels. We willen alle initiatieven voor startende ondernemers in Leuven samenbrengen en de starters in het aanbod wegwijs maken eerder dan zelf een aanbod te ontwikkelen. De stad wordt een partner voor de ondernemers. We steunen ondernemingen die circulaire economie in hun werking promoten en ondersteunen initiatieven die organisaties en bedrijven daarvoor bij elkaar brengen. We willen scale-up door netwerking stimuleren, door het bij elkaar brengen van gevestigde waarden en ondernemers die aan de vooravond van een groei staan. Het netwerk dat we in de stad willen ontwikkelen steunt hen daarin. We breiden de werking van het Centrummanagement verder uit in functie van starters en maken meer publiciteit. Een degelijke oplossing helpt de starters vooruit door de kennis te delen over locaties en kan een realistisch beeld geven van de te verwachten inkomsten.

CD&V: Café De Schuur aan de Sportschuur is een mooi voorbeeld van een cafetaria die zich niet alleen richt op het sportgebeuren, maar ook aandacht heeft voor de buurtbewoners. Deze trend kunnen we alleen maar aanmoedigen. Door het voorzien van zachte recreatie op de site naast het sportgebeuren, wat attractief kan werken, kan dit de horeca-functie in het dorp versterken. Daarnaast kan de Popstart-werking van de stad naar onze mening (liefst zelfs) uitgebreid worden naar de deelgemeenten, met bijzondere aandacht voor gebieden waar de horeca en kleinhandel een duwtje in de rug kan krijgen. In het kader van de pop-upformule kan zelf nagedacht worden over een (boeren)markt in Wilsele-Dorp met focus op korte keten.

N-VA: Als N-VA dragen we het lokaal economisch weefsel een warm hart toe maar geloven we niet in subsidies. Een handelsconcept moet op zichzelf leefbaar zijn. We ondersteunen iedereen die onderneemt en werkt en geven het lokaal ondernemerschap maximale kansen. Zo is het belangrijk een behoeftestudie te maken en die te delen met potentiële ondernemers zodat ze hun slaagkansen beter kunnen inschatten en we nieuwe ondernemers kunnen aantrekken naar Wilsele-Dorp. We willen het lokaal ondernemerschap ook in de deelgemeenten stimuleren: het vormt de basis van onze welvaart, zorgt voor tewerkstelling en draagt bij tot het welzijn van iedereen. Als N-VA Leuven denken we dat Wilsele en zijn bewoners kan geholpen worden door flexmarkten te organiseren. Wekelijks, afwisselen op een andere locatie in Wilsele, marktkramers, landbouwers en handelaars samenbrengen op een pop-up marktplaats. De ene week aan het Corbeelsplein, de volgende week in de Koksijdewijk, Sint Martinuskerk, …

OPENVLD: De meeste voorzieningen zijn aanwezig in Wilsele-Dorp maar de concurrentie van de dichtbij zijnde stad is hard voor kleinhandel en horeca. De enige manier om te overleven is het verlenen van een zeer specifieke en persoonlijke dienstverlening waardoor de bewoners zelf hier de inkopen doen. Dit kan moeilijk vanuit het stadsbestuur geregeld worden. Via de verlaging van de OV kan de installatie van buurtshops gefaciliteerd worden maar finaal hangt dit alles af van het koopgedrag van de inwoners zelf.

VLAAMS BELANG: Wilsele Dorp heeft steeds dit probleem gekend. De omzet die de kleinhandel en de horeca op deze locatie kan maken is te beperkt om economisch rendabel te zijn, hetgeen nieuwe initiatieven op dit vlak ernstig belemmert. Dat is ook de reen dat er in de afgelopen jaren verschillende handelaars er met hun activiteiten mee zijn gestopt De onmiddellijke nabijheid van Leuven en de vlotte verbinding met het openbaar vervoer betekenen ook dat dit niet noodzakelijk een probleem zal stellen naar basisvoorzieningen voor de lokale inwoners.